Afbeelding Ongezouten Rudolph van Veen

Een kopje ‘doe-het-zelf’

Na het wakker worden is mijn eerste gedachte: koffie. Desalniettemin start ik de dag met een glas lauw water en een tandenpoets beurt. Maar dan is het toch echt koffietijd! Het liefst uit een mok met een scheutje melk zonder suiker. Een cappuccino mag natuurlijk ook, dat blijft een traktatie! Koffie is mijn ochtenddrank en ik kan mij niet voorstellen waar dan ook aan het werk te gaan, of ergens op een afspraak te zijn, zonder daar eerst een kop koffie te drinken. Gelukkig is het zelden, maar het komt wel eens voor, dat er daar geen koffie is of dat het gewoonweg niet wordt aangeboden…. en dat voelt dan heel gek! Op zo’n moment heb ik het idee dat er boven mijn hoofd een heel groot vraagteken blijft hangen, duidelijk zichtbaar voor iedereen. Of zo’n tekstballon als in een stripverhaal waarop te lezen staat: Eerst koffie! …Alsjeblieft? Anders kunnen we niet beginnen.

Maar eigenlijk wil ik het hebben over thee. Na zeker drie koppen koffie in de ochtend is een geurige kop thee voor mij de perfecte middagdrank. En hiermee bedoel ik dan onder werktijd… Waar vooral de horeca en vrijwel alle kantoren inmiddels de meest geweldige koffiezetapparaten hebben, blijft de service rondom thee mijns inziens enorm achter. Ik verwonder mij er al jaren over maar hoor er verder nooit iemand iets over zeggen? Het zal dus echt aan mij liggen, maar mijn verbazing hierover is dan ook zo hardnekkig dat ik het toch even wil blootleggen. Waarom krijg ik als ik ergens en kop koffie bestel, een keurige kop koffie met alles d’r op en d’r aan en krijg ik als ik thee bestel een doe-het-zelf pakket?

Als ik het zelf wil maken, dan blijf ik wel thuis! Mijn gevoel in een restaurant of op een terras is nou juist dat ik met plezier betaal voor de service dat iemand voor mij een heerlijke thee maakt. Zo niet dan vind ik het een te duur betaald kopje warm water met een theezakje ernaast. Tegen de tijd dat ik zelf het zakje er in mag hangen is het theewater inmiddels lauw, zit ik daar een beetje armoedig te soppen en kijk vervolgens tegen zo’n verfomfaaid zakje aan. Nog los van het feit dat ze, als je pech hebt, eerst met zo’n grote houten poeha doos aankomen zetten gevuld met allerlei disco smaken die niets met thee te maken hebben. Intussen wordt mijn theewater steeds kouder omdat ik door de smaakjes de thee niet meer zie. Had ik nu toch maar gewoon koffie besteld, denk ik dan vol zelfmedelijden.

Maar ook wanneer ik ergens op kantoorbezoek ben valt het mij op dat thee wordt beloofd, maar ik het feitelijk nooit krijg. Wederom worden de koffiedrinkers beter bediend. Op tafel voor mij wordt, goed bedoeld, een half gevuld bekertje warm water neergezet. “Oh, daar op tafel staat de doos met smaakjes…” Mijn collega Maurice Kroon, die vanuit zijn rol als manager regelmatig met mij ‘op afspraak’ is, voelt de bui al aankomen… Hij kent me.

Voor ik het weet heb ik mijn verwondering alweer uitvoerig uitgesproken en kijkt de aardige mevrouw, die niet beter weet dan dat zij mij zojuist van thee heeft voorzien, mij niet begrijpend aan. Onze afspraak ontwijkt mijn blik en inspecteert intussen al nippend van haar latte macchiato het plafond. Maurice schuifelt een beetje ongemakkelijk in zijn stoel en breekt het ijs: “Lekker hoor zo’n slokje thee, laten we beginnen”. Ik heb hem beloofd er voortaan niets meer van te zeggen, tenminste niet als we ergens te gast zijn. Veiligheidshalve vraag ik voortaan gewoon om koffie of een glas water. Thee drink ik dan gewoon weer thuis. Vers gezet en geduldig getrokken. Liefst een Earl Grey op z’n Brits met een heel klein wolkje melk.